Apotheken geven correct advies over de behandeling van eczeem

ampnetadminGeen categorie

Meer gericht informatie inwinnen blijft verbeterpunt voor veel apotheken

Begin 2022 heeft onderzoeksbureau AMP het onderzoek naar de kwaliteit van consultvoering en advisering rondom het gebruik van corticosteroïden bij eczeem afgerond. In het kader van dit onderzoek ontvingen apotheken een recept triamcinolon crème voor een patiënte met constitutioneel eczeem, aan wie een half jaar eerder fluticasonzalf was verstrekt. Veldwerkers van AMP, die zich als vertegenwoordiger van de patiënt presenteerden, hebben vervolgens de adviesgesprekken aan de balie gevolgd en daarbij de begeleiding en consultvoering door apotheken in kaart gebracht.

Wat goed gaat

Hoeksteen van de behandeling van constitutioneel eczeem is het dagelijks gebruiken van zalf of crème, waarin geen geneesmiddelen zijn toegevoegd. Ook als deze indifferente middelen niet zijn voorgeschreven, is het van belang dat hieraan door de apotheek aandacht wordt besteed. De meeste (ruim 70% van de onderzochte apotheken) blijken de vigerende behandelrichtlijnen met betrekking tot indifferente middelen te volgen, ook als dat door de voorschrijver niet is aangegeven.

Wat beter kan

Maar er zijn ook verbeterpunten. De farmaceutische voorgeschiedenis wordt door de onderzochte apotheken niet altijd meegenomen in de advisering van patiënten. De indruk bestaat dat hierbij teveel wordt vertrouwd op medicatiebewakingssignalen uit het apotheek informatie systeem (AIS). Maar die signalen komen niet altijd. Bovendien is de medicatiehistorie (lang) niet altijd volledig.

Goede farmaceutische anamnese vereist vakmanschap

Bij de medicatiebewaking van dermatica wordt uitgegaan van een (theoretische) gebruikstermijn van 3 maanden. Nieuwe medicatie (zoals de triamcinolon in het onderzoek) kan een eerder gebruikt corticosteroïd (zoals de fluticason in het onderzoek) vervangen, maar soms is het de bedoeling het ernaast te gebruiken. Het is wenselijk dit bij de patiënt of arts na te vragen. Als de werkelijke en theoretische gebruikstermijnen overeenkomen dan wordt dit vrijwel altijd door het AIS gesignaleerd. Maar bij dit onderzoek komt er geen signaal uit de apotheekcomputer, de fluticason is immers 6 maanden eerder verstrekt en is dus in theorie op. Patiënten doen met hun medicatie soms (veel) korter en soms (aanzienlijk) langer dan die theoretische gebruikstermijn. Voor een goede interpretatie van medicatiegegevens uit het patiëntendossier is aanvullende informatie van de patiënt noodzakelijk.

Patiënt betrekken in gesprek

Navragen en verifiëren bij de patiënt of er medicatiewijzigingen zijn, is van belang bij elk eerste uitgifte begeleidingsgesprek. In dit onderzoek blijkt dat bij slechts 44% van de onderzochte apotheken te gebeuren. Dit blijft een verbeterpunt. Niet alleen bij het adviseren over voorgeschreven geneesmiddelen. Rian Lelie-van der Zande kwam eerder*)  bij zelfzorgadviezen tot eenzelfde conclusie.

Dit onderzoek is in het kader van het Onderzoeksprogramma Kwaliteit Apotheken uitgevoerd. Deelnemende apotheken hebben het onderzoeksrapport met de bevindingen over hun apotheek en een vergelijking met de landelijke uitkomsten inmiddels ontvangen.

*) zie: https://doi.org/10.1016/j.rcsop.2021.100086